De SFMA is een gestructureerde manier van fysiotherapeutisch onderzoeken. Tijdens dit onderzoek wordt er met name op gelet hoe een bepaalde beweging wordt uitgevoerd. Indien een bepaald bewegingspatroon niet correct verloopt, wordt deze als “dysfunctioneel” gezien en gaat de fysiotherapeut uitzoeken waar het probleem ligt. Allereerst wordt de cliënt gevraagd een aantal bewegingen te maken.
Aan de hand van 7 vastgestelde beweegpatronen die de cliënt laat zien, zal de fysiotherapeut besluiten welke van de getoonde beweegpatronen verder onderzocht dient te worden. Er wordt gekeken naar de mobiliteit van een gewricht of andere lichaamsstructuren, maar ook naar de mogelijkheid om een beweging uit te voeren, dit wordt motor control genoemd. Als de fysiotherapeut een diagnose heeft gesteld, wordt samen met de cliënt gekeken naar de beste behandelmethoden.